Martijn Aslander is stand-up filosoofschrijver van boeken en essays en bestudeert sinds 15 jaar de netwerk- en informatiesamenleving. Tijdens de kick-off van AdoptIDee is Martijn de key-note speker en zal hij het hebben over ‘digitale fitheid’ en de impact van technologie op onze samenleving.  

Wat vind je van het concept AdoptIDee? 

Het is heel goed om awareness te creëren over de impact van technologie en beta in de samenleving, want technologie zit overal in. Iedere dag komen er nieuwe toepassingen bij, dus hoe eerder je snapt hoe je hiermee kan spelen en wat de mogelijkheden zijn, hoe beter het is. Dus sowieso een heel goed en leuk idee dat docenten, het bedrijfsleven en kinderen hiermee tijdens AdoptIDee aan de slag gaan.” 

Het thema waar je het over gaat hebben is digitale fitheid. Wat is dat precies? 

De afgelopen dertig jaar zijn computers, laptops, tablets en smartphones in ons leven gekomen. Iedereen gebruikt deze apparaten voor van alles en nog wat en nu is het eigenlijk een grote bendeWe zijn met z’n allen drukker geworden, maar we krijgen niet per se meer uit onze handenDus daar gaat wat mis.  

Met digitale fitheid leg ik aan mensen uit wat je daaraan kan doen, waar het misgaat en wat voor een soorten oplossinggen er zijn. Ik kan mensen 200 uur per jaar in drie dagen tijd besparen door ze dingen te leren waar ze nog nooit aan hebben gedacht als het gaat om werken met je computer. Het was de bedoeling dat computers ons werk zouden overnemen en nu is het andersom, computers houden ons bezig. Dat is natuurlijk de verkeerde route. 

Wat is het verschil tussen volwassenen en kinderen als je kijkt naar digitale fitheid? 

Je ziet dat de oudere generatie veel meer is van het dingen uitzoeken. Zij lezen bijvoorbeeld eerst de hele handleiding voordat ze een apparaat uberhaupt aanzetten. De jongere generatie drukt gewoon op knopjes en die komen er ook wel uit. Dit betekent overigens niet dat de jonge generatie beter is dan de oudere generatie 

Als je bijvoorbeeld kijkt naar de desktop van pubers dan staat die helemaal vol met documenten. Zij hebben geen idee waar alles staat, meestal kunnen ze het allemaal wel terugvinden, maar eigenlijk doen ze maar wat. Ik probeer mensen inzicht te geven in hoe ze informatie kunnen creëren, opsporen, observeren en ontdekken. En hoe ze deze informatie kunnen bewerken en delen. Dit noem je informatiegeletterdheid en doe je tegenwoordig vooral met computers. Het is een grote bende op de harde schijf van de meeste mensen. Uiteindelijk zijn we een soort van eekhoorntjes geworden die hun eikeltjes niet meer kunnen terugvinden en dat is zonde en ook niet nodig. 

Als we kijken naar de toekomst wat hebben de kinderen straks nodig in hun werkende leven?  Waar gaat het volgens jou naartoe? 

 Als je kijkt naar de arbeidsmarkt, dan hoor je al een tijdje ‘hire for attitude, train for skills’Dus wat mensen kunnen, maakt geen bal uit. Zolang ze maar een goede houding hebben, dan kun je ze alles wel leren. We hebben tegenwoordig alle tools tot onze beschikking die je maar kunt wensen. Dus wat ik altijd aan jonge mensen uitleg, is dat ze moeten werken aan een groot netwerk. Je moet zorgen dat je zoveel mogelijk mensen leert kennen en dat je gaat uitvogelen hoe je ze kunt helpen. Want als je dat kan, dan willen ze jou ook wel helpen. Dat heet sociaal kapitaal 

Maar ik vertel ze ook dat ze informatiekapitaal moeten opbouwenAls je weet hoe de wereld in elkaar zit, als je de woorden kent per jargon en sector, en als je dan ook nog die informatie kunt opslaan en terugvinden zodat je waardevol bent voor iemand anders, dan ben je spekkoper. Ik raad dus alle jonge mensen aan om kennis, informatiepositie en netwerk op te bouwen. Ze zijn jong, dus kunnen heel veel fouten maken. Er is zoveel symphatie voor jonge mensen in de samenleving dat ze vaak het voordeel van de twijfel krijgenNou moeten we de jongeren nog leren hoe ze die kaart meesterlijk leren uitspelen zodat ze overal toegang krijgen en kunnen leren en absorberen. 

Wat is de belangrijkste tip die je jongeren wilt meegeven? 

Op je laptop, telefoon en andere apparaten zitten allemaal instellingen. Mijn tip: ga daar mee spelen. En als je een nieuw programma gebruikt of een nieuwe app gebruikt, ga dan naar YouTube en tik daar de naam van het programma in en voeg hier ‘for beginners’ of ‘for experts’ aan toe. Kijk naar filmpjes over de apps die jij gebruikt en dan zie je wat andere mensen daarmee doen. De meeste mensen gebruiken maar een fractie van de tools die ze in handen hebben en dat is zonde.”